Lesgeven op afstand:
zo houd je het groepsgevoel vast
Door de maatregelen in Corona-tijd waarbij scholen dicht gingen was van het ene op het andere moment de groep niet meer dagelijks bij elkaar. Het hele onderwijs moet anders ingericht worden en leerkrachten moeten op afstand gaan lesgeven.
Ondanks het feit dat een deel van de kinderen door school en of ouders voorbereid was op de mogelijke maatregel van een schoolsluiting, heeft dat toch een enorme impact op de leerlingen als het eenmaal zover is. Je kunt je hier van tevoren bijna geen voorstelling van maken, omdat de huidige situatie op niets lijkt dat we eerder mee maakten. Dit geldt ook voor de de leerkrachten en mentor zelf die normaal gesproken dagelijks bij de groep betrokken zijn en verantwoordelijk voor de leerlingen als groep.
De factoren van invloed
Er zijn scholen die kiezen voor online ontmoetingen met de volledige groep, maar ook scholen die deze manier van lesgeven op afstand achterwege laten. Daarbij spelen vele factoren een rol. Denk bijvoorbeeld aan:
- leeftijd van de leerlingen
- beschikking tot digitale middelen in de thuissituatie
- technische mogelijkheden van de school
- competenties van de professional
- groepsgrootte
Aandacht op afstand
Langzaamaan vinden scholen hun weg in deze nieuwe situatie. De vorm voor het contact met de leerlingen als groep is inmiddels gekozen en op vele scholen zijn de afgelopen weken verschillende vormen geprobeerd. Er ontstaat nu ruimte voor het verleggen van de aandacht naar het begeleiden van de ‘groep als groep’. En daarmee ontstaat een nieuwe uitdaging voor onderwijs professionals, in hoe zij op een effectieve manier op afstand les kunnen geven.
Uit de praktijk:
Meester Bob geeft les aan leerlingen uit groep 1 en 2 op de basisschool. Hij weet niet
goed hoe hij het contact met de leerlingen als groep kan vormgeven nu de situatie langer
gaat duren. In de eerste weken van de schoolsluiting heeft hij ervoor gekozen om ouders
alleen van suggesties te voorzien voor activiteiten thuis met elkaar via de email en zelf
geen contact gehad met zijn leerlingen. Hij heeft nu twee keer een videoboodschap voor
hen opgenomen die zij op een eigen moment kunnen bekijken. Hij vraagt zich af of ze
niet erg jong zijn voor bijvoorbeeld een online ontmoeting met alle leerlingen in de groep.
Mijke is dit jaar mentor van een brugklas. Zij heeft tot nu toe drie momenten
georganiseerd om de klas online te ontmoeten. De groep is nog niet één keer compleet
aanwezig geweest op het aangegeven moment.
Omgaan met minder controle en invloed
We hebben in deze situatie veel minder controle over en invloed op de leerlingen als groep, dan we misschien zouden willen. Het verschil tussen thuisonderwijs en onderwijs op school is groot. De aanwezigheid van leerlingen bij een online ontmoeting is voor een groot deel afhankelijk van de aansturing van ouders en beschikbaarheid van apparatuur.
Het behouden van overzicht op de week, de dag en de planning is voor veel leerlingen ‘topsport’. Zeker in deze nieuwe situatie van afstandsonderwijs kost dat leerlingen, maar ook ouders extra moeite.
De automatische structuur en de indeling van de dag, zoals die eruitziet op een normale dag waarop leerlingen naar school gaan ontbreekt in veel gezinnen. Vorm realistische verwachtingen. De groep zal vaker niet dan wel compleet zal zijn in de komende weken tijdens momenten die worden gepland voor een ontmoeting. Dat betekent niet jij dat ook moet accepteren. Je kunt op vele manieren de kans op aanwezigheid van leerlingen vergroten en leerlingen en ouders hier ook op aanspreken en onderzoeken waardoor een leerling niet aanwezig was.
Verbinding zonder online contact
Zelfs als je geen online ontmoeting voor de hele groep organiseert, kan je activiteiten aanbieden, waardoor je de verbinding als groep in stand houdt.
7 Manieren om het groepsgevoel vast te houden
Klik op de pijltjes en ontdek hoe jij met deze 7 manieren aan de slag kunt gaan…
1. Laat van je horen op verschillende manieren via verschillende kanalen.
De kracht van herhaling is groot in deze hectische tijd. Geef overzicht op de week en herinner ouders kort van tevoren aan een ontmoeting, bijvoorbeeld via de email en een platform waarin je met ouders communiceert.
Geef leerlingen overzicht op de week en herinner op diverse plaatsen en kanalen aan de ontmoeting. Geef altijd het doel, de inhoud en je verwachting aan en benadruk wat de hinder is van het missen van deze ontmoeting voor het aansluitend werken met de lesstof. Daarmee neemt de waarde van de ontmoeting toe en de noodzaak randvoorwaarden te scheppen om aanwezig te zijn.
2. Breng structuur aan in de ontmoeting en kies een duidelijke werkwijze en opbouw.
Er ontstaat tijdens de ontmoeting allerlei gedrag. Leerlingen gaan met elkaar in gesprek via de chat, zetten microfoons aan en uit, zijn er bij met hun aandacht of doen ondertussen iets heel anders of hebben geen rustige werkplek thuis.
Probeer dit positief te beïnvloeden. Vraag voor je actief aan de slag gaat met het doel van de ontmoeting, de werkplek thuis te checken. Die ene deur die nog even wordt dichtgedaan, een ander kind uit het gezin dat een storende factor vormt of de filmpjes die op de achtergrond nog op een telefoon afspelen stopzetten
kunnen echt het verschil maken.
Breng structuur aan. Neem leerlingen aan de start van een ontmoeting mee in de opbouw van het programma dat je aan bod laat komen en de manier waarop. Geef een toelichting op de werkwijze. Check of dit duidelijk is en beantwoord eventuele vragen. Start pas daarna met het programma van de ontmoeting zelf.
3. Benoem de leerlingen binnen de groep.
We stonden al stil bij het feit dat de groep maar weinig keren compleet zal zijn. Dat een groep niet compleet is wil niet zeggen dat je de groep als geheel niet ziet. Je kunt dit benadrukken door aan de start van een ontmoeting samen met de leerlingen te kijken wie er zijn en wie ontbreken en deze namen te noemen. Je kunt leerlingen activeren door te vragen of zij leerlingen die ontbreken alsnog willen uitnodigen aan te haken bij te ontmoeting. Velen zijn bijvoorbeeld in het bezit van elkaars telefoonnummer en zeker in de bovenbouw op de basisschool of het voortgezet onderwijs is een appje snel verstuurd. Laat in ieder contact duidelijk merken dat de aanwezigheid van iedere leerling in de groep van waarde is en bijdraagt aan een gezamenlijk doel.
4. Zet in op betrokkenheid en strooi met complimenten.
Blijf tijdens het programma inzetten in zetten op betrokkenheid door leerlingen bij de naam te noemen, uit te nodigen te reageren, aan te zetten tot nadenken, ook bij inbreng, antwoorden of verhalen van een ander. Laat ze notities maken, vraag ze om ergens over na te denken, wat zij zouden denken, voelen of doen of antwoorden.
Stuur net als bij een normale fysieke ontmoeting in de klas, bij op gedrag dat niet past bij de verwachtingen die je hebt uitgesproken. Doe dit op positieve wijze en spreek over gedrag dat je wel wilt zien.
En tot slot strooi met waardevolle complimenten. Beschrijf gedrag, talenten, kwaliteiten, initiatieven, deugden die je waarneemt. Zeker nu is een gezonde portie positiviteit precies wat leerlingen nodig hebben. Door leerlingen te waarderen neemt verbinding en betrokkenheid en gewenst gedrag toe in contact met jou en in contact met elkaar.
Het kan ook goed werken om leerlingen uit te nodigen complimenten te maken. Ben je op zoek naar inspiratie voor het werken met complimenten in jouw les? Kijk dan eens op de website van het complimentenspel.
5. Stem af op behoeften en evalueer.
Dat de behoefte en mogelijkheden van leerlingen en hun ouders verschillen is tijdens de eerste weken van de schoolsluiting gebleken. Dat dit ook weer kan veranderen in de loop van de weken is ook een feit.
Het is daarom wijs om keuzes te maken op basis van inzicht en indien nodig aanvullend inzicht te verkrijgen via een evaluatie. Een keuze op basis van inzicht kan bijvoorbeeld gericht zijn op jonge kinderen. Laat het aan deze kinderen en ouders of zij willen deelnemen aan een individueel contact moment met de leerkracht, of een online groepsontmoeting, als dat geen randvoorwaarde is voor het werken kunnen
maken van een opdracht.
Houd een kleine enquête en kies een passende vorm, waardoor je snel kunt inventariseren of de aangeboden manieren voor contact als groep toereikend genoeg zijn of dat er een gemis is. Vraag hierbij ook naar suggesties zonder de verwachting te scheppen dat alle suggesties ook worden overgenomen. Benut de uitkomsten van deze enquête voor het bepalen van de intensiteit en vorm van de contactmomenten in de opvolgende weken voor de groep als groep.
6. Kies voor creatieve oplossingen als de groep online niet bij elkaar kan zijn.
De verbinding als groep is niet afhankelijk van geplande online ontmoetingen met elkaar. Je kunt leerlingen ook een plek te bieden waar zij op eigen initiatief berichten of beelden kunnen delen en reageren op elkaar.
Je kunt activiteiten en opdrachten geven die je laat insturen en verzamelt, waarna je daar een gezamenlijk beeld van maakt om te delen met de groep.
Verassingen doen het ook altijd goed. Denk aan een jarige in de groep, dagen met een bijzondere
betekenis, of persoonlijke omstandigheden van en leerling die in de groep bekend zijn. Denk hierbij aan opdrachten waarbij tekenen, kleuren, ideeën, waardering en steun voor elkaar en positieve initiatieven samenkomen. Laat kinderen de namen van twee klasgenoten ontvangen, waar zij vervolgens iets voor mogen maken, zet een estafette in, of richt je op de groep als geheel.
7. Hou het beeld ‘wij zijn een groep en iedereen hoort erbij’ vast.
Ieder gezamenlijk beeld of de uitwisseling zorgt voor het vasthouden van de groep als groep. Ik zie jou, jij ziet mij, wij zien elkaar, wij zijn een groep, ik hoor erbij en jij hoort erbij.
Afhankelijk van het niveau en de leeftijd van de leerlingen waar je mee werkt, kun je deze taak ook bij een aantal leerlingen leggen. Draag altijd zelf de eindverantwoordelijkheid om na te gaan of alle leerlingen een plek hebben gekregen binnen het beeld. Als een leerling bijvoorbeeld niets inlevert, kan altijd nog een naam van de leerling verwerkt worden. Wees alert op de AVG wanneer je met fotomateriaal werkt waar leerlingen op staan.
Meer tips voor het onderwijs op afstand? Lees ook dit bericht.
Als Stichting zetten wij ons onder andere in voor sociale veiligheid in het onderwijs. Wie weet kunnen we iets voor jouw school betekenen. Bijvoorbeeld door de opleiding tot Anti-pest coördinator. Onze trainers staan je ook graag te woord als je meer wilt weten.
Ik zie mijzelf nog liggen, huilend op mijn bed tussen mijn knuffelberen, 11 jaar oud was ik. Opnieuw werd ik gepest. Ik zat net in de brugklas. Ik ontwikkelde een negatief zelfbeeld, krijg hyperventilatie aanvallen en had last van faalangst. Ik schreef in mijn dagboek op de dagen dat ik mij afvroeg of ik nog wilde leven.
Wat had ik graag een professional gehad die mij leerde omgaan met pesten. Ik was klein, gevoelig, slim, droeg een bril, had acne. Ik wist toen niet dat dat alleen dingen zijn waarmee ik werd gepest.
Waarom ik werd gepest, begreep ik pas later. Ik was niet weerbaar, de groep waarin ik zat was onveilig, mijn ouders wisten niet hoe ze mij aan de praat konden krijgen en ik vertelde niets, sommige professionals probeerde de situatie in de groep te beïnvloeden, maar hun aanpak had niet het gewenste effect.
Mijn negatieve ervaringen heb ik omgezet in een positieve vorm. Vanuit onze Stichting Omgaan met Pesten en mijn eigen praktijk hebben we in de afgelopen jaren duizenden kinderen, jongeren, volwassenen en pedagogisch professionals geholpen.
Door mijn werk vanuit het kenniscentrum kan ik veel meer kinderen de toegang tot die professional geven die ik zelf zo graag had ontmoet als kind! Wil jij ook weten hoe jij kunt helpen? Lees dan meer over onze opleidingen tot trainer en anti-pestcoördinator, of schakel een trainer omgaan met pesten in om een kind te verwijzen.